Een kruisband die volledig is gescheurd herstelt niet vanzelf, echter houdt dit niet in dat iedereen met een gescheurde voorste kruisband ook daadwerkelijk ook geopereerd moet worden. De keuze om de kruisband te vervangen hangt van meerdere factoren af maar de voornaamste reden om over te gaan tot een operatie is als men instabiliteit van de knie ervaart tijdens het uitvoeren van alledaagse activiteiten (e.g. lopen, traplopen, omdraaien). Verder speelt het sportniveau ook een belangrijke rol, zo zal bijvoorbeeld een recreatieve sporter over het algemeen minder instabiliteit ervaren in tegenstelling tot een professionele sporter. In Nederland worden jaarlijks ongeveer tussen de 8000 en 9000 voorste kruisband reconstructies uitgevoerd en deze aantallen nemen per jaar nog steeds toe [1]. Als we het hebben over een voorste kruisband reconstructie dan wordt er onderscheid gemaakt tussen wanneer de kruisband voor de eerste keer wordt vervangen en wanneer de kruisband al eens eerder is vervangen (e.g. revisie).
Conservatief
Niet iedereen met een gescheurde voorste kruisband hoeft ook daadwerkelijk geopereerd te worden. Dit is namelijk afhankelijk van de hulpvraag van de patiënt en de instabiliteit van de knie in het dagelijks leven en tijdens het sporten. Het kan zijn dat bijvoorbeeld iemand alleen klachten ervaart tijdens het uitvoeren van sportactiviteiten, men kan er dan voor kiezen om deze sport te laten vervallen of op lager niveau voort te zetten. Ook kan het zo zijn dat ondanks dat de voorste kruisband is gescheurd, de knie een zeer geringe mate van instabiliteit heeft omdat de omliggende structuren (e.g. spieren, ligamenten) dit goed weten te corrigeren. Er kan dan gekozen worden om eerst de knie te gaan trainen door middel van gerichte oefeningen en te evalueren of een conservatief een goede uitkomst biedt. Mocht dit niet het geval zijn dan kan er later nog worden besloten om alsnog een voorste kruisband reconstructie uit te voeren. Uit onderzoek blijkt dat de kans op het ontwikkelen van slijtage van het kraakbeen niet toeneemt wanneer er gekozen wordt voor een conservatieve behandeling in vergelijking met een operatie [2, 3]. Zelfs niet als we kijken naar de lange termijn uitkomsten bij sporters van hoog niveau [4].
Operatie
Tijdens een voorste kruisband operatie wordt de gescheurde kruisband vervangen door een nieuwe kruisband die gemaakt is van de pezen van een spier, ook wel bekend als graft, met als doel om de functie van de knie te herstellen. Vandaar dat men ook wel spreekt van een reconstructie (i.e. herstellen van de oorspronkelijke situatie). De meeste voorste kruisband reconstructies worden uitgevoerd met een bone-patellar tendon-bone (i.e. patellapees) of een hamstring graft. Deze spierpezen zijn uitermate geschikt om hier een nieuwe kruisband van te maken aangezien ze grotendeels vergelijkbaar zijn qua weefsel en functie met die van een originele kruisband. Overigens kan het weghalen van deze pezen geen kwaad aangezien er maar een relatief klein deel wordt gebruikt en bij de hamstring het aangetaste deel vanzelf weer aangroeit. Afhankelijk van de kwaliteit van het spierweefsel kiest de chirurg of een pees gebruikt zal worden die afkomstig is van de patiënt zelf (autograft) of van een donor (allograft). In sommige gevallen kan er ook gekozen worden voor een synthetische (i.e. kunstmatig geproduceerd) graft, echter heeft dit meestal niet de voorkeur aangezien uit onderzoek blijkt dat deze techniek vaker leidt tot verminderde resultaten [5, 6]. Indien mogelijk zal de orthopeed er altijd voor kiezen om een autograft te gebruiken wanneer een kruisband voor de eerste keer wordt vervangen. Echter als iemand al eerder of meerdere keren een voorste kruisband reconstructie heeft ondergaan biedt donormateriaal een goede oplossing. Voor wat betreft het herstel en de functionele uitkomst na een operatie is er geen voorkeur tussen een auto- of allograft aangezien beide tot goede en vergelijkbare resultaten leiden [7, 8, 9, 10, 11].
Revalidatie
Voor een primaire voorste kruisband reconstructie moet rekening gehouden worden met een herstel van zo’n 6 tot 9 maanden totdat men weer sportactiviteiten mag hervatten. Direct na de operatie is het van belang om de knie zo snel te belasten onder begeleiding van twee krukken om de functie in de knie terug te krijgen. Ook kan er vrijwel direct gestart worden met een aantal relatief simpele oefeningen (e.g. aanspannen bovenbeen, been gestrekt heffen, in liggende positie de hak naar de heup toe te trekken) en indien mogelijk ook fietsen op een hometrainer. Normaal gesproken wordt geadviseerd om de krukken na 4-6 weken af te bouwen indien de knie niet of nauwelijks meer dik is. Na deze eerste periode is het van belang om onder begeleiding van een (sport)fysiotherapeut de knie verder te gaan trainen op onder andere stabiliteit, spierkracht, coördinatie en neuromusculaire aansturing. Verder is het ook noodzakelijk om weer de volledige beweeglijkheid in de knie terug te krijgen, hetgeen inhoudt dat de knie weer volledig gestrekt en gebogen kan worden. Over het algemeen herstelt dit zich van zelf zodra je direct na de operatie start met je oefeningen maar soms is het nodig dat de fysiotherapeut de knie mobiliseert om het omliggende weefsel en de spieren op te rekken. Het is belangrijk is om aan de hand de reactiviteit de knie, te beoordelen aan de hand van onder andere vocht in de knie, het trainingsprogramma aan te passen en te verhogen indien mogelijk. Om de voortgang van de revalidatie in kaart te brengen wordt geadviseerd om de knie regelmatig te testen op spierkracht, laxiteit, stabiliteit en beweeglijkheid. Deze testen kunnen al vanaf 3 maanden na de operatie worden uitgevoerd en zijn niet alleen belangrijk om de functie van de knie te beoordelen maar is tevens belangrijk om uiteindelijk weer te kunnen beslissen wanneer iemand weer mag beginnen met het hervatten van sportactiviteiten. Ook kan aan de hand hier van de orthopedisch specialist en fysiotherapeut beoordelen of de revalidatie volgens schema verloopt.