De achterste kruisband bevindt zich niet zoals de voorste kruisband centraal in het kniegewricht en is dus belangrijk voor de stabiliteit van de knie. Een achterste kruisband letsel komt minder vaak voor dan een voorste kruisband letsel maar kan vergelijkbare klachten geven (instabiliteit in het dagelijkse leven) [1]. Wanneer de knie gebogen is, dan komt er spanning op de achterste kruisband te staan en kan afscheuren wanneer er in deze positie kracht op de voorkant van het onderbeen komt te staan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een val op de grond met een gebogen knie of een auto ongeval wanneer de knie tegen het dashboard aan komt (i.e., dashboard trauma) [2].
Conservatief
In tegenstelling tot een gescheurde voorste kruisband komt een letsel aan de achterste kruisband relatief vaak voor in combinatie met andere letsels in het kniegewricht [1]. Dit heeft er mee te maken dat er relatief forse krachten nodig zijn om een achterste kruisband te scheuren omdat deze anatomisch gezien uit twee bundels bestaat en dus sterker is. De meest voorkomende bijkomende letsels zijn een ruptuur van de voorste kruisband (46% v/d gevallen), de binnenband (i.e. mediale collaterale ligament, 31% v/d gevallen) of schade aan de posterolaterale zijde (i.e. achter- zijkant van het kniegewricht, 61% v/d gevallen) van de knie [2, 3]. Kortom, in meer dan 1/3 van de gevallen is er sprake van uitgebreid letsel wanneer de achterste kruisband is gescheurd. Wanneer de achterste kruisband alleen is opgerekt kan deze na verloop van tijd weer herstellen en is een operatie dus niet noodzakelijk is. Een brace kan dan gebruikt worden om het herstel te bevorderen [4, 5]. Hetzelfde geldt voor een geïsoleerde (i.e. geen ander letsel aanwezig) achterste kruisband ruptuur waarbij in sommige gevallen een conservatief beleid een goede uitkomst kan geven [6, 7, 8]. Echter wanneer er sprake is van bijkomend letsels (bijv. in combinatie met een voorste kruisband scheur) dan is bijna in alle gevallen een operatie nodig om de stabiliteit in de knie weer te herstellen [9].
Zie “Multi-ligamentair letsel” voor meer informatie over complex letsel aan het kniegewricht.
Operatie
Wanneer er gekozen wordt voor een achterste kruisband operatie wordt er indien mogelijk gebruik gemaakt van lichaamseigen materiaal om daarvan een nieuwe kruisband te maken; vaak wordt er gekozen voor een hamstringpees of de quadricepspees. Als er nog resten over zijn van de oude achterste kruisband dan zal dit verwijderd worden tijdens de operatie en zal de orthopeed tijdens de reconstructie de nieuwe kruisband plaatsen in hetzelfde verloop als de oorspronkelijke kruisband. Tijdens de operatie worden zowel in het boven- als onderbeen kleine botkanalen geboord waarin de uiteinden van de nieuwe kruisband komt te liggen en die uiteindelijk met speciale botpinnen gefixeerd worden. Deze pinnen hoeven overigens later niet verwijderd te worden. Omdat de achterste kruisband zich dieper in het kniegewricht bevindt en er belangrijke vaten en zenuwen in de knieholte lopen kan de orthopeed er voor kiezen om tijdens de kijkoperatie een extra incisie te maken aan de achter/buiten zijde van de knie om beter zicht te krijgen.
Revalidatie
Voor een achterste kruisband reconstructie duurt het herstel zo’n 9 tot 12 maanden voordat men weer sportactiviteiten mag hervatten. In vergelijking met een voorste kruisband operatie duurt het herstel van een achterste kruisband operatie dus langer omdat met name in de eerste fase na de operatie de knie minder belast mag worden om te voorkomen dat er ongewenste krachten komen op de nieuwe kruisband die kunnen leiden tot laxiteit. Zo mag de patiënt bijvoorbeeld de eerste 6 weken na de operatie de knie niet zelf actief buigen en wordt geadviseerd om tijdens deze periode een brace te dragen die vastgesteld staat op een hoek van 0º (om te voorkomen dat tijdens het lopen de patiënt de knie toch actief gaat buigen). Een nachtspalk kan gebruikt die als comfortabeler wordt ervaren in bed dan een brace. Verder is het ook van belang dat de knie niet overstrekt wordt tijdens de eerste weken. Om te voorkomen dat de knie gaat verstijven is het wel van belang dat de knie een aantal keer per week passief (i.e. iemand buigt de knie voor je) bewogen wordt door een (sport)fysiotherapeut. Wanneer na de eerste 6 weken de knie weer langzaam belast en (actief) bewogen mag worden mogen de krukken ook afgebouwd worden. Vanaf dat moment mag er ook een start gemaakt worden met actieve oefeningen om onder andere de stabiliteit, spierkracht, coördinatie en neuromusculaire aansturing van de knie te trainen tot het gewenste niveau. Net als andere operaties geldt ook hier dat het belangrijk is om weer de volledige beweeglijkheid van de knie weer terug te krijgen zodat er geen blijvende beperkingen op treden. Indien nodig zal de fysiotherapeut de knie mobiliseren (i.e. bewegen) om het omliggende weefsel dat verkort is als gevolg van de inactiviteit weer op te rekken. Om uiteindelijk weer te kunnen beslissen wanneer (sport)activiteiten hervat mogen worden is het ook tijdens de revalidatie van een achterste kruisband reconstructie belangrijk om onder andere de spierkracht, laxiteit, stabiliteit en beweeglijkheid van de knie te testen. Hiervoor zijn speciale meetinstrumenten ontwikkeld (e.g. Biodex, kneelax) die gebruikt kunnen worden ter evaluatie.